Wanneer heb ik voor het laatst een potlood gekocht? Ik weet het niet meer.
In de la ligt nog wel een vulpotlood, dat ik ooit in een doosje samen met een sjieke pen heb gekregen. Prachtig vormgegeven, maar het vulpotlood verdween in de la. Want wie gebruikt er nog een potlood als een pen veel zwarter schrijft en beter in de hand ligt? Potloden zijn om te tekenen, pennen om te schrijven.
Maar soms heb ik wel heimwee naar de precisie van het potlood. Niet het vulpotlood, maar het echte, naar grafiet ruikende schrijfhoutje.
Je kon er heel klein mee in de kantlijn van een schoolboek schrijven. En driehoeken met loodlijnen waren met potlood puntgaaf te tekenen. Schaduwen en arceringen: allemaal met potlood.
Ik herinner mij ook nog de tijd vóór de puntenslijper. Met een zakmes het zachte hout afsnijden, voorzichtig rondom, twee of drie keer totdat er een stevige punt was ontstaan. Niet te lang doorgaan, want dan brak-ie af.
En het ultieme bezit: een potlood met een wit gummetje op het eind. Zoals je harde en zachte potloden had, had je ook harde en zachte gummetjes. Zachte gummetjes waren het einde, ze waren ook zo weer schoon te wrijven.
De laatste keer dat ik een potlood gebruikte, was in het stemlokaal. Een onelegant dik stuk hout, je moest ook nog hard drukken om het rondje rood te krijgen. Nee, het leek in niets op het geurige potlood van vroeger.