Remco Campert beschrijft de ouderdom met distantie en gelatenheid. Zijn hoofdpersoon in 'Het satijnen hart', de schilder Van Otterlo, registreert wat zijn lichaam niet meer kan en wat zijn geest aan het vergeten is. Het is een moeizaam bestaan. Hij werkt nog steeds elke dag, maar het gaat op de automatische piloot en ten slotte besluit hij dat hij nog eens wil voelen wat het echt betekent aan het werk te zijn, zich in het schilderen te verliezen. En hij wil terug naar het atelier dat hij niet meer had gezien sinds zijn vriendin hem onverwacht verlaten had. Alleen daar kan hij de draad van zijn leven weer oppakken.
Een ontroerend verhaal en mooi licht van toon, zoals je van Campert kunt verwachten.
Toch kan het me niet helemaal boeien. Is het omdat ik me als vrouw niet met een bejaarde man kan identificeren, zijn kwalen en gebreken niet kan navoelen? Of omdat ik de ommekeer in zijn emotionele gesteldheid erg nuchter beschreven vind? Zijn woede en verlangen komen op mij even ingehouden over als zijn verveling en ergernis. Misschien komt het ook omdat het boek ophoudt voor de uiteindelijke apotheose: de bevrijdende ervaring zich weer een kunstenaar te voelen, ontbreekt. Ik weet het niet.
Heeft iemand dit boek gelezen en wat vinden jullie ervan?