Ik zou zo graag het moment waarop ik de greep op de wereld kwijtraak, willen vastleggen. Iets ervan onthouden, reproduceren. Maar nee, het is er opeens zonder dat ik er weet van heb.
Het schijnt dat zo'n duidelijk moment ook niet bestaat. In het slaaplaboratorium is te zien dat inslapen een geleidelijk proces is, het brein sluit de luikjes en doet daar wel enige tijd over. Het hart gaat langzamer kloppen, de ademhaling wordt regelmatiger en de spieren verslappen. Gedachten en droombeelden wisselen elkaar af.
Maar juist die droombeelden zou ik graag kunnen navertellen. Men zegt dat ze korter duren dan echte dromen en het karakter hebben van een heldere hallucinatie. Een hallucinatie!
Misschien moet ik het voorbeeld van ene Tore Nielsen volgen. Deze slaaponderzoeker was in de jaren '80 gefascineerd door de ongrijpbaarheid van de inslaapdroom. Tegenwoordig is dat in een laboratorium te onderzoeken, maar zover was men toen nog niet. Hij besloot zijn eigen dromen te achterhalen. Elke avond zat Tore Nielsen achter zijn computer en werkte tot hij in slaap viel. Wanneer hij zijn ogen niet langer open kon houden en met de vingers nog op de toetsen weggleed, verloor hij zijn evenwicht en schrok wakker. Vervolgens tikte hij op wat het laatste droombeeld was waaruit hij zo
wreed was losgerukt. Dit avondritueel herhaalde zich elke dag, week in week uit.
De kunst was echt in slaap te vallen en niet te vroeg weer wakker te worden, maar na maandenlange oefening was hij erin geslaagd dit moment achter de computer te doen plaatsvinden. Niet elke avond leverde een droombeeld op, maar met zichzelf als proefpersoon noteerde hij zo 240 inslaapdromen, die inderdaad erg op hallucinaties leken.
Nielsen is tegenwoordig onderzoeker aan de Universiteit van Montreal. Daar laat hij nu anderen in slaap vallen terwijl ze rechtop in bed zitten en hij noteert hun dromen als ze omvallen en wakker schrikken.
Toch niets voor mij, zo'n experiment. Ik zal er wel nooit achterkomen wat mijn hallucinaties zijn!