Toen de telefoon nog in de gang hing. Een zwart
groot toestel met een doordringende bel. Binnen
stond de radio aan en daar kon je dus niet
doorheen praten.
Toen je echt een bekeuring kon krijgen als je
met z'n drieën naast elkaar fietste.
Toen iedereen zijn hand nog uitstak als hij de rechts- of linksaf sloeg.
Toen wij in de voortuin van de buren stiekem naar
binnen gluurden, want die hadden - als eersten in
de buurt - televisie.
Toen padvinderij nog padvinderij heette. Ergens
in die tijd veranderde ook de yell 'G-O-E-D
Z-O-O, goed zoo, goed zoo, goed zoo zoo!' omdat
er een nieuwe spelling kwam. Weg met die dubbele
o! Wij padvindsters moesten nu roepen: G-O-E-D
Z- één O, goed zo, goed zo, goed zo zo!'
Toen we de Tuney Tunes kochten en alle teksten daaruit uit ons hoofd leerden.
Toen we met de klas naar een speciale schoolfilm
gingen kijken, 'Green Pastures' geheten, met
discussie achteraf.
Toen naar de film gaan nog bijzonder was.
Toen Haarlem nog een provinciestad was. Waar
weinig te beleven viel, maar waar ik me toch niet
verveelde.
Toen achteraf bezien geluk inderdaad heel gewoon was.