Ik ben over de zestig, ik ga het ijs niet meer op. Maar gelukkig weet ik nog hoe het voelt, zwieren over het ijs. Die herinnering raak je niet kwijt.
Schaatsen was voor mij rondjes rijden op de ondergelopen atletiekbaan in Haarlem-Noord. De muziek was steeds hetzelfde en vooral op de hit My Truly, Truly Fair van Guy Mitchell kon je zo lekker aanzetten. Nu nog kan ik bij die muziek dat gevoel oproepen. Ik had kunstschaatsen van het merk Nooitgedagt en daarop ging het draaien en achteruit verdergaan vanzelf. Pootje over kon ik ook, maar gek genoeg alleen rechtsom.
Natuurlijk hadden we allemaal het beeld van Sjoukje Dijkstra voor ogen, het ideaal van de jaren vijftig. Maar ik herinnerde me ook dat ze zo ontzettend hard kon schaatsen. Dat had ik eerder gezien, op de Haagse HOKIJ-kunstijsbaan waar zo nu en dan iedereen van de baan moest en alleen de zeer goeden een wedstrijdje mochten doen.
Bij de jongens won Jan Dijkstra, bij de meisjes Sjoukje. Vervolgens was er een wedstrijdje achteruitrijden. Sjoukje deed daar bij de jongens mee en eindigde als tweede, achter haar broer Jan.
Die ervaring van roekeloos achteruit rijden heb ik nooit gehad. Jammer. Nu ik alleen nog maar in gedachten kan schaatsen, zou ik dat graag nog eens doen.
Zoals dit meisje: