rob molthoff:
Dit hieronder komt uit de column van Frank Poorthuis in Vrij Nederland van deze week. Het is precies wat ik zou schrijven als ik zou [i]kunnen[/i] schrijven.
Ik las het in de trein en riep van de weeromstuit vier keer "Ja! Precies!"
In de stiltecoupé nog wel.

Als onderdeel van de welva­rende bovenlaag van de bevolking ondervind ik eigenlijk nauwelijks last van de regering. Ik erger mij eraan. Ik schaam me. Het ergste: ik voel mij niet vertegenwoordigd. Maar het zal mij persoonlijk weinig raken of Balkenende blijft of Bos aan de macht komt. De belastingen zullen wat stijgen of dalen, maar het resultaat in mijn portemonnee is marginaal. De morele grenzen van Balkenende kunnen me gestolen worden. Zijn onvoorwaardelijke steun aan Bush is idioot, maar ik hoef niet in dienst. Zijn vreemdelingenbeleid is kil, maar ik heb het warm.

Er zijn al met al weinig zaken in mijn leven die een nieuwe regering zullen beïnvloeden. En dat gaat voor velen op, vermoed ik. Toch gaan wij stemmen. Vooral dus, om het leven van anderen te verbeteren. De mensen die het niet breed hebben, de vrouwen die een abortus willen, de jongens en meisjes die met geweren tegenover elkaar staan, de kinderen die het land worden uitgezet.

Daarover hebben wij een standpunt en idealen en in onze democratische rechtsstaat kunnen wij mensen kiezen met een programma dat het dichtst daar bij in de buurt komt. Als die mensen niet in een regering terechtkomen, hebben we pech gehad. U en ik. Maar wat koop ik ervoor als ik om strategische redenen kies voor de een-na-beste partij, die uiteindelijk toch buiten de boot valt? Dan ben ik helemaal niet vertegenwoordigd in de Tweede Kamer, het hoogste orgaan in dit land. Nee, ik ga niet met de telmachine stemmen, maar met mijn hart. En u?